Voor een lidstaat die de budgettaire middellangetermi
jndoelstelling niet heeft bereikt: bij de beoordeling van de verandering van het structurele saldo, of de afwijking ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of van gemiddeld ten minste 0,25% van het bbp per jaar in twee opeenvolgende jaren bedraagt; bij de beoordeling van de ontwikkeling van de uitgaven, ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde: of de a
fwijking een totale weerslag heeft op het overheidssaldo ter grootte van ten minste 0,5% van het bbp in e
...[+++]en enkel jaar of een cumulatieve weerslag van die grootte binnen twee opeenvolgende jaren.
For a Member State that has not reached the medium-term budgetary objective, when assessing the change in the structural balance, whether the deviation is at least 0,5% of GDP in one single year or at least 0,25% of GDP on average per year in two consecutive years; when assessing expenditure developments net of discretionary revenue measures, whether the deviation has a total impact on the government balance of at least 0,5% of GDP in one single year or cumulatively in two consecutive years.