1. Wanneer twee of meer lidstaten betrokken zijn bij een overeenkomstig artikel 7 strafbaar gesteld feit, werken deze lidstaten doeltreffend samen bij het onderzoek, de vervolging en de bestraffing van het strafbare feit, bij voorbeeld door middel van wederzijdse rechtshulp, uitlevering, overdracht van strafvervolging of tenuitvoerlegging van in een andere lidstaat gewezen rechterlijke beslissingen.
1. Si une infraction telle qu'instituée conformément à l'article 7 de la présente directive constitue une infraction pénale et concerne au moins deux États membres, ceux-ci coopèrent de façon effective à l'enquête, aux poursuites judiciaires et à l'exécution de la sanction prononcée, au moyen, par exemple, de l'entraide judiciaire, de l'extradition, du transfert des poursuites ou de l'exécution des jugements prononcés dans un autre État membre.