Het detecteren binnen of buiten wedstrijdverband, voor zoverre toepasselijk, in het staal van een sporter van enige hoeveelheid van een stof waarvoor een drempelwaarde geldt (dit zijn formoterol, salbutamol, cathine, efedrine, methylefedrine en pseudo-efedrine) in combinatie met een diureticum of een ander maskerend middel, zal als een afwijkend analyseresultaat beschouwd worden tenzij de sporter een toestemming wegens therapeutische noodzaak voor die stof heeft naast de toestemming wegens therapeutische noodzaak voor het diureticum of ander maskerend middel.
La détection dans l'échantillon du Sportif en permanence ou en compétition, si applicable, de n'importe quelle quantité des substances qui suivent étant soumises à un niveau seuil : formotérol, salbutamol, cathine, éphédrine, méthyléphédrine et pseudoéphédrine, conjointement avec un diurétique ou un agent masquant, sera considéré comme un résultat d'analyse anormal (RAA) sauf si le Sportif a une autorisation d'usage à des fins thérapeutiques (AUT) approuvée pour cette substance, outre celle obtenue pour le diurétique ou l'agent masquant.