Vertaling van "alsmaar sterker moeten " (Nederlands → Frans) :

De projecten die in het kader van het investeringsplan voor Europa worden gefinancierd, zouden de particuliere en openbare investeringen alsmaar sterker moeten ondersteunen naarmate deze projecten van de goedkeurings- in de uitvoeringsfase komen.
Les projets financés au titre du plan d'investissement pour l'Europe devraient soutenir de plus en plus les investissements privés et publics au fur et à mesure qu'ils passent de la phase d'approbation à celle de la mise en œuvre.

2. roept de huidige en de nieuwe lidstaten ertoe op te aanvaarden dat er een dynamische ontwikkeling aan de gang is die naar alsmaar hogere normen streeft, zodat de Europese Unie en haar lidstaten zich niet alleen mogen verlaten op een passieve ontwikkeling van "wederzijdse erkenning" maar zich nog sterker moeten inzetten voor aanscherping van de gerechtigheidsnormen die in alle 25 lidstaten van toepassing zijn,
2. en appelle aux États membres actuels et nouveaux afin qu'ils reconnaissent qu'une dynamique est à l'œuvre, créée par nos aspirations à des normes toujours plus élevées, et invite par conséquent l'UE et ses États membres à ne pas se contenter d'une procédure passive de "reconnaissance mutuelle" mais à accentuer plutôt leurs efforts pour renforcer les normes en vigueur en matière de justice dans chacun des vingt-cinq États membres;

37. wijst erop dat er bij volledige en doeltreffende internationale concurrentie alsmaar beter geschoolde en sterker prestatiegerichte arbeidskrachten voorhanden moeten zijn;
37. estime qu'il faut, dans le cadre d'une concurrence internationale pleine et efficace, disposer d'une main d'œuvre toujours plus qualifiée et compétitive;

5. wijst erop dat er bij volledige en doeltreffende internationale concurrentie alsmaar beter geschoolde en sterker prestatiegerichte arbeidskrachten voorhanden moeten zijn;
5. estime qu'il faut, dans le cadre d'une concurrence internationale pleine et efficace, disposer d'une main d'œuvre toujours plus qualifiée et compétitive;

27. benadrukt nogmaals de rol en bijdrage van het toerisme, in het perspectief van het streefdoel van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 om van Europa een regio van volledige tewerkstelling met een levenskrachtige en competitieve economie te maken, vooral de regio's met ontwikkelingsachterstand, en meer in het bijzonder de ultraperifere regio's; wijst er daarbij op dat toeristische activiteiten gekenmerkt worden door ruime gebruikmaking van arbeidskrachten vooral tijdens het toerismeseizoen die alsmaar sterker gespecialiseerd moeten zijn, hetgeen een beleid voor betere technologische beroepsvorming, taalkennis en grote mobiliteit van toeristische dienstverleners vergt;
27. souligne une fois de plus le rôle et la contribution du tourisme dans la perspective du défi lancé au Conseil européen de Lisbonne des 23 et 24 mars 2000 de transformer l'Europe en une région de plein emploi, avec une économie dynamique et compétitive, tout particulièrement pour les régions en retard de développement dont, notamment, les régions ultrapériphériques; rappelle, à ce propos, que les activités touristiques se caractérisent par une forte utilisation de main-d'œuvre, surtout saisonnière, qui doit être de plus en plus spécialisée, ce qui demande que l'on favorise une formation professionnelle plus avancée sur le plan technologique, la connaissance des langues, en plus d'une grande mobilité pour les prestataires de services touristiques;

27. benadrukt nogmaals de rol en bijdrage van het toerisme, in het perspectief van het streefdoel van de Top van Lissabon om van Europa een regio van volledige tewerkstelling met een levenskrachtige en competitieve economie te maken, vooral de regio's met ontwikkelingsachterstand, en meer in het bijzonder de ultraperifere regio's; wijst er daarbij op dat toeristische activiteiten gekenmerkt worden door ruime gebruikmaking van arbeidskrachten vooral tijdens het toerismeseizoen die alsmaar sterker gespecialiseerd moeten zijn, hetgeen een beleid voor betere technologische beroepsvorming, taalkennis en grote mobiliteit van toeristische dienstverleners vergt;
27. souligne une fois de plus le rôle et la contribution du tourisme dans la perspective du défi lancé au Sommet de Lisbonne de transformer l’Europe en une région de plein emploi, avec une économie dynamique et compétitive, tout particulièrement pour les régions en retard de développement dont, notamment, les régions ultrapériphériques; rappelle, à ce propos, que les activités touristiques se caractérisent par une forte utilisation de main-d’œuvre, surtout saisonnière, qui doit être de plus en plus spécialisée, ce qui demande que l’on favorise une formation professionnelle plus avancée sur le plan technologique, la connaissance des langues, en plus d’une grande mobilité pour les prestataires de services touristiques;