Voor het kalenderjaar waarin een persoon de leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt en onverminderd de toepassing van § 4, tweede lid, mag het beroepsinkomen per kalenderjaar niet hoger liggen dan het totaal van, naar gelang van het geval, een pro rata van de in § 1 bedoelde bedragen en een pro rata van de in § 5 bedoelde bedragen.
Pour l'année civile au cours de laquelle une personne atteint l'âge de soixante-cinq ans et sans préjudice de l'application du § 4, alinéa 2, le revenu professionnel ne peut dépasser par année civile le total, selon le cas, d'une fraction des montants visés au § 1 et d'une fraction des montants visés au § 5.