Een dergelijke maatregel doet op kennelijk onevenredige wijze afbreuk aan de vrijheden bedoeld in artikel 23 van de Grondwet en aan de vrijheid van handel en nijverheid in zoverre het in het in het geding zijnde artikel 10, eerste lid, 3°, geformuleerde verbod van onbeperkte duur is.
Une telle mesure porte une atteinte manifestement disproportionnée aux libertés visées par l'article 23 de la Constitution et à la liberté du commerce et de l'industrie en ce que l'interdiction formulée par l'article 10, alinéa 1, 3°, en cause, a une durée illimitée.