Er bleef derhalve de Regie der gebouwen slechts drie alternatieven over : 1° een huuropzeg aan de eigenaar te betekenen ingaand na verloop van het derde huurjaar, mits voldoening gedurende de eerste drie jaar de huurgelden en huurkosten zelf te dragen; 2° de huurovereenkomst eenzijdig te verbreken, waarbij de eigenaar dan gerechtigd is een belangrijke schadevergoeding te vorderen; 3° een nieuwe bezetter voor het gebouw te vinden.
Il ne restait dès lors à la Régie des bâtiments que trois possibilités : 1° signifier au propriétaire un congé de bail prenant cours à l'expiration de la troisième année de location, à condition de supporter elle-même les loyers et frais locatifs pendant les trois premières années; 2° résilier unilatéralement le bail, le propriétaire étant alors habilité à exiger un important dédommagement; 3° trouver un nouvel occupant pour le bâtiment.