Terwijl licentiaten in de rechten voor het ambt van hoofdgriffier van een hof van beroep en een arbeidshof, op de griffie van een hof of een rechtbank ten minste één jaar stage moeten hebben doorgemaakt, en voor hetzelfde ambt bij het Hof van Cassatie, één jaar stage op de griffie van een hof, zouden zij volgens het voorstel ten minste vijf jaar een ambt, ten minste gelijk aan dat van beambte, bij de griffie van respectievelijk een hof of het Hof van Cassatie moeten hebben uitgeoefend (cf. artikelen 33 en 35).
Alors qu'aujourd'hui, les licenciés en droit doivent avoir effectué un stage d'au moins un an au greffe d'une cour ou d'un tribunal pour pouvoir exercer la fonction de greffier en chef d'une cour d'appel et d'une cour du travail, et un stage d'un an au greffe d'une cour pour cette même fonction près la Cour de cassation, ils devraient, selon la proposition à l'examen, avoir exercé, pendant cinq ans au moins, des fonctions au moins égales à celles d'employé au greffe d'une cour ou de la Cour de cassation (cf. les articles 33 et 35).