Inmiddels heeft de Vaste Commissie voor taaltoezicht
immers in haar advies nr. 14.258 van 14 april 1984 gesteld dat in gemeenten op de taalgrens, op grond van artikel 15, § 2, vijfde lid, van de gecoördineerde taalwetten, in andere plaatselijke diensten dan die van de gemeenten en van de openbare personen die aan de gemeenten
ondergeschikt zijn, niemand een ambt mag bekleden waarin hij omgang heeft met het publiek, indien hij niet een voldoende of elementaire kennis bezit van de tweede taal, i
...[+++]n dit geval het Frans.
Entre-temps, la Commission permanente de contrôle linguistique a en effet précisé, en son avis nº 14.258 du 14 avril 1984, que, dans les communes de la frontière linguistique, sur la base de l'article 15, § 2, cinquième alinéa, des lois linguistiques coordonnées, dans les services locaux autres que ceux des communes et des personnes publiques subordonnées aux communes, nul ne peut occuper un emploi le mettant en contact avec le public s'il n'a pas une connaissance suffisante ou élémentaire de la seconde langue, en l'occurrence le français.