35. verzoekt de lidstaten en de Commissie om na te gaan of de pedofiele misdrijven in de EU en in de kandidaatlanden en het daarop volgende optreden van de magistratuur geen ernstige en voortdurende schending van de grondrechten vormen, zoals bepaald in de artikelen 6 en 7 van het Verdrag, en om eventueel de in deze artikelen genoemde procedures in werking te stellen;
35. invite les États membres et la Commission à vérifier si les crimes liés à la pédophilie perpétrés dans l'UE et dans les pays candidats et les suites qui y sont apportées par la justice ne préfigurent pas une violation grave et persistante des droits fondamentaux tels qu'ils sont définis aux articles 6 et 7 du traité et, si tel est le cas, à activer les procédures prévues par ces articles;