Om die reden « kan een organisatie slechts als geldig [worden] aangezien indien zij bewijs levert van stabiliteit, gezaghebbend is en eerbied afdwingt » (Parl. St., Senaat, 1967-1968, nr. 78, p. 36).
Pour ce motif, « une organisation peut uniquement être valablement reconnue si elle fournit la preuve de sa stabilité, si elle a de l'autorité et si elle commande le respect » (Doc. parl., Sénat, 1967-1968, n° 78, p. 36).