In de commissie werd gewezen op het overwegend belang van de terzake toepasselijke verdragen, namelijk het Verdrag van Rome voor het toepasselijk recht op de contracten en, voor bijzondere contracten, het Verdrag van Genève betreffende de cheques en de orderbriefjes en het Verdrag van 1971 op de niet-contractuele verbintenissen in verband met een verkeersongeval.
Il a été souligné en commission l'importance prépondérante des conventions applicables en la matière, à savoir la Convention de Rome en ce qui concerne le droit applicable aux contrats, ainsi que, pour certains contrats spéciaux, les Conventions de Genève sur les chèques et les billets à ordre, et la Convention de 1971 sur les obligations non contractuelles liées à un accident de la route.