Voor de tandheelkundigen gaat het om het koninklijk besluit van 18 januari 1971, dat een r
egeling van sociale voordelen instelt tot vestiging van hetzij een rente of een pensioen in geval van rust, hetzij een rente of een pensioen bij overlijden, hetzij een rente of een pensioen in geval van invaliditeit, hetzij verscheidene van die renten of pensioenen, voor de tandheelkundigen die, door het feit dat zij geen weigering tot toetreding betekend hebben tot het hen betreffende akkoord, beoogd in artikel 34, § 2, van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering,
...[+++] geacht worden tot dat akkoord te zijn toegetreden, hetzij voor hun volledige beroepsactiviteit, hetzij onder de voorwaarden inzake tijd en plaats, die aan de Nationale Commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen zijn meegedeeld, overeenkomstig artikel 34, § 3, laatste lid, van dezelfde wet van 9 augustus 1963.Pour les praticiens de l'art dentaire, il s'agit de l'arrêté royal du 18 janvier 1971 qui institue un régime d'avantages sociaux en vue de la constitution soit d'une rente ou d'une pension en cas de retraite, soit d'une rente ou d'une pension en cas de décès, soit d'une rente ou d'une pension en cas d'invalidité, soit de plusieurs de ces rentes ou pensions, en faveur des praticiens de l'art dentaire qui, n'ayant pas notifié de refus d'adhésion à l'accord qui les concerne, prévu à l'article 34, § 2, de la loi du 9 août 1963 instituant et organisant un régime d'assurance obligatoire contre la maladie et l'invalidité, sont réputés avoir adhéré à cet accord soit pour leur activité professionnelle complè
te, soit dans les co ...[+++]nditions de temps et de lieu communiquées à la Commission nationale dento-mutualiste, conformément à l'article 34, § 3, dernier alinéa, de la même loi du 9 août 1963.