Pour le CYP2D6 par exemple, on peut distinguer trois phénotypes dans la population: les métaboliseurs ultra-rapides («ultrarapid metabolizers», avec plusieurs copies du gène normal), les métaboliseurs rapides («rapid metabolizers», avec le gène normal) et les métaboliseurs lents («poor metabolizers», avec un gène inactif ou absent).
Voor CYP2D6 bijvoorbeeld kunnen drie fenotypes in de populatie onderscheiden worden: de “ultrasnelle metaboliseerders” (“ultrarapid metabolizers”, met meerdere kopieën van het normale gen), de “snelle metaboliseerders” (“rapid metabolizers”, met het normale gen) en de “trage metaboliseerders” (“poor metabolizers”, met een inactief gen of zonder het gen).