65. wijst er nogmaals op dat er in 2009 zeven keer meer alleenstaande moeders dan alleenstaande vaders waren; benadrukt dat alleenstaande moeders derhalve voorrang moeten krijgen bij de toewijzing van sociale woningen, evenals groepen of personen in kwetsbare situaties, zoals alleenstaande ouders, jonge gezinnen, grote gezinnen, jonge mensen aan het begin van hun carrière, migrantenvrouwen, mensen met een handicap en ouderen; merkt op dat de economische crisis aanvankelijk grotere gevolgen had voor mannen dan voor vrouwen, maar dat in een later stadium van de crisis de werkloosheid onder vrouwen sterker is toegenomen dan onder mannen;
65. Recalls that in 2009 there were seven times more single mothers than single fathers; takes the view, therefore, that single mothers – together with other vulnerable groups or individuals such as single parents, young families, large families, young people at the start of their professional careers, migrant women, people with disabilities and the elderly – should be given priority in the allocation of social housing; notes that when the economic crisis first began, it had a greater impact on men than on women, but that, as the crisis progressed, the unemployment rate of women has increased more than that of men;