5. Voor de toepassing van lid 1, stellen diplomatieke of consulaire ambtenaren, wanneer de betekening of kennisgeving overeenkomstig artikel 13 is verricht, of de autoriteit of persoon, wanneer de betekening of kennisgeving overeenkomstig artikel 14 is verricht, degene voor wie het stuk is bestemd in kennis van het feit dat hij kan weigeren het stuk in ontvangst te nemen en dat geweigerde stukken naar deze ambtenaren of naar deze autoriteit of bevoegde persoon moeten worden gezonden.
5. For the purposes of paragraph 1, the diplomatic or consular agents, where service is effected in accordance with Article 13, or the authority or person, where service is effected in accordance with Article 14, shall inform the addressee that he may refuse to accept the document and that any document refused must be sent to those agents or to that authority or person respectively.