Verzoeker betoogt in dit verband dat de reeks van rangen die was voorgesteld voor de aanwerving van ambtenaren, dezen in staat stelt hun anciënniteit te behouden en te doen gelden, terwijl de personeelsleden die behoren tot de diplomatieke diensten van de lidstaten hun ervaring niet kunnen doen gelden, hetgeen neerkomt op een ongelijke behandeling op grond van hun afkomst met betrekking tot de voorwaarden voor aanstelling en tewerkstelling, ofschoon beide groepen aan een gemeenschappelijke selectieprocedure zijn onderworpen.
The applicant claims, in that regard, that the range of grades proposed for the recruitment of officials enables them to retain and exercise their seniority rights, whilst staff from the diplomatic services of Member States are prevented from deriving advantage from their experience, which results in unequal treatment on grounds of origin as regards their conditions of recruitment and employment, although both groups are the subject of a common selection procedure.