Lidstaten kunnen derhalve geen binnenkomst en verblijf op het eigen grondgebied weigeren aan een gezinslid in de zin van artikel 4, lid 1, louter omdat het gezinslid op het moment dat hij nog in het buitenland verblijft, niet is geslaagd voor de integratietoets waarin de wetgeving van die lidstaat voorziet[56].
Therefore, MSs may not refuse entry and stay on its territory to a family member referred to in Article 4(1) on the sole ground that this family member, while still abroad, did not succeed in the integration examination provided for in the legislation of that MS[56].