Artikel 1. Onder titel II van deel III van het regelgevend gedeelte van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt hoofdstuk VIII, dat de artikelen R.390 tot R.400 inhoudt, vervangen als volgt : « HOOFDSTUK
VIII. - Ruiming van septische putten of van gelijksoortige zuiveringssystemen Afdeling 1. - Beginsel van de erkenning en algemeenheden Art. R.390. Septische putten of gelijksoortige zuiveringssystemen mogen slechts door erkende ruimers geledigd worden. De directeur-generaal van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, hierna de directe
...[+++]ur-generaal, beslist over de overeenkomstig dit hoofdstuk ingediende aanvragen tot erkenning van ruimers. De erkenning wordt verleend voor een periode van acht jaar. Na afloop van die periode vraagt de ruimer een nieuwe erkenning aan. Erkende saneringsorganen worden vrijgesteld van de verplichting om over een erkenning te beschikken voor de ruiming van hun eigen installaties. Art. R.391.Article 1 . Le chapitre VIII du titre II de la partie III de la partie réglementaire du Livre II du Code de l'Environnement, contenant le Code de l'Eau, comprenant les articles R.390 à R.400, est remplacé par les dispositions suivantes : « CHAPITRE VIII. - Vidange de fosses septiques ou de systèmes d'épuration analogues Section 1 . - Principe de l'agrément et généralités Art. R.390.