Een en ander verhindert niet dat, wanneer de benoemingsprocedures ingevolge de herziening van artikel 151 van de Grondwet worden gewijzigd, hier bij de benoeming van de plaatsvervangende raadsheren mee rekening moet worden gehouden (cf. memorie van toelichting, Gedr. St. , Senaat, nr. 1-490/1, blz. 2 en 3).
Tout cela n'empêche pas que, si les procédures de nomination sont modifiées par suite de la révision de l'article 151 de la Constitution, il faudra en tenir compte pour la nomination des conseillers suppléants (cf. exposé des motifs, doc. Sénat, nº 1-490/1, pp. 2 et 3).