vraagt de lidstaten gespecialiseerde kamers in te stellen bij familierechtbanken of grensoverschrijdende bemiddelingsorganen, die zich met grensoverschrijdende kinderrechtelijke zaken moeten bezighouden; onderstreept dat goede observatie van de ontwikkelingen na de rechterlijke uitspraak zeer belangrijk is, ook in de gevallen waarin het contact met de ouders bewaard blijft.
Invites the Member States to designate specialised chambers within family courts or cross-border mediation bodies to deal with cross-border child-related cases; stresses that proper monitoring of the post-judgment situation is pivotal, including when contact with parents is involved.